Een echte Amstelvener…

De man van ongeveer zeventig jaar stoot me aan en trekt meteen van leer. “Daar zal wel weer een of andere luxe winkelketen komen. Ze houden hier in Amstelveen alleen nog maar rekening met ‘expets’ of hoe je ze ook noemt. Nee, ze denken niet meer aan de echte Amstelvener.”

Ik zit op het Buitenplein en de man is brutaal ingevallen bij een onderhoudend gesprek dat ik voer met mijn elfjarige dochter. Wat haar betreft kan er wel een megastore van Lush komen in het V&D-pand. Dat schijnt iets met zeepjes te zijn, de frisheid van limoenen in het kwadraat. De onbekende man zorgt er echter voor dat we zo’n twee minuten ongestoord van onze McFlurry’s kunnen genieten door louter naar hem te luisteren. “Ze motte hier geen goedkope winkels meer. Het moet allemaal maar luxe zijn. Nou, als echte Amstelvener vind ik winkels als de Action juist wel leuk.”

Ik geniet van zijn tirade en vraag wie of wat de echte Amstelvener dan is. “Nou ik dus. Gewoon normaal doen. Al dat hoogdravende gedoe tegenwoordig hier. Die drol bijvoorbeeld op het Stadsplein. Daar vind de echte Amstelvener toch niets aan?”

Voorzichtig stel ik de vraag nog een keer. Waar herken ik de echte Amstelvener dan aan? “Nou gewoon. De simpele man die z’n hele leven hard gewerkt heeft. En die het vertikt om in een soort luxe reservaat te wonen waar Japanners en Indiërs worden doodgeknuffeld en de echte Amstelveners worden vergeten. Allemaal festivals voor die ‘expets’ maar de kerstbomenfik op het Bietenveld is er al jaren niet meer. Kan ook niet meer daar, maar dat doet er niet toe.”

Ik moet glimlachen bij het aanhalen van de kerstbomenfik op het Bietenveld en denk dat ik ‘m begin te begrijpen. Ik vraag meteen wat er dan anders moet worden gedaan om het gevoel van de echte Amstelvener weer terug te krijgen. “Ehhh…Geen stomme festivals. Ach, weet ik veel…”  Dus de echte Amstelvener weet het eigenlijk niet, concludeer ik ietwat ongemakkelijk. De man blijft even stil en mompelt daarna: “Misschien heb je wel gelijk, maar ik blijf een echte Amstelvener!”