Schiphol moet beter kijken naar de geluidseffecten van stijgende en dalende vliegtuigen. Uit onderzoek blijkt dat de nieuwe start- en landingsprocedures op de luchthaven meer overlast geven dan gedacht. Dit kan gevolgen hebben voor de verdere groei van Schiphol, blijkt uit een donderdag verschenen rapport van de Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.).
De Commissie deed onderzoek in opdracht van staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur en Milieu. Dit omdat omwonenden twijfelden over de veronderstelde geluidswinst die de nieuwe start- en landingsprocedures beoogden te hebben.De gehanteerde rekenmethode schat de geluidswinst volgens de commissie bij de start te rooskleurig in. Zo schat bij de start het rekenvoorschrift de geluidwinst van lager vliegen hoger in omdat de bodem in dat model voor meer geluiddemping zorgt. Bij de landing leidt dit juist tot een beperkte onderschatting van de winst. Verder kunnen de motorvermogens van de vliegtuigtypes uit het rekenvoorschrift verschillen van die gebruikt in internationaal gehanteerde rekenmethoden. Ook dat beïnvloedt de berekende geluidwinst.
Schiphol krijgt het advies eerst de methoden te actualiseren. Pas daarna kan volgens de Commissie een goed onderbouwd besluit worden genomen over wat de beperking van de overlast voor effect heeft op de uitbreiding van de luchthaven.
Actuelere methoden
Volgens het ministerie van Infrastructuur en Milieu bevestigt de m.e.r. dat de procedures tot minder geluidbelasting leiden. Maar er zijn ook actuelere methoden om de geluidsbelasting te berekenen. Het ministerie gaat in overleg met de m.e.r. om te kijken hoe die methode gemoderniseerd kan worden en wanneer.
Het advies van de Commissie voor de m.e.r. loopt vooruit op het milieueffectrapport voor het nieuwe normen- en handhavingsstelsel voor Schiphol. Hierover neemt de staatssecretaris later een besluit.
Bron: Luchtvaartnieuws/Commissie m.e.r.