Column: Lelijke wijk

lelijke wijk

Een geliefde uit vervlogen tijden verhuisde naar Amstelveen. Hij woonde jarenlang in Amsterdam, maar wilde meer ruimte voor zijn gezin, en voor de hond. Ik kan me nog voor de geest halen hoe verbaasd ik was. Ik kon het echt niet geloven. Hij was de laatste van wie ik verwacht had dat hij zijn appartement in een hip deel van de binnenstad zou verruilen voor een kindvriendelijke wijk in een autoluwe buurt, op steenworp afstand van goede scholen en andere broodnodige voorzieningen. Ik vond dat zo burgerlijk. Ik begreep er helemaal niets van. En waarom in godsnaam Amstelveen? Dat was toch die lelijke wijk, zonder historie, ingesloten door snelwegen? Nooit zou ik daar willen wonen.

En nu is het tien jaar later en woon ik naar meer dan volle tevredenheid in Amstelveen – met kinderen en een kat. Het is hier fantastisch! Amstelveen is zeer veelzijdig, er is voor ieder wat wils. Je bent zo in Amsterdam – mocht je dat willen – maar een rondje Poel na het avondeten en je waant je diep in de periferie op het platteland. En wie denkt dat er geen historie is in deze ‘lelijke wijk’ moet eens in het Oude Dorp gaan kijken. Met een beetje fantasie waan je je honderd jaar terug in de tijd. Al jaren droom ik weg bij het oude schoolgebouwtje achter de kerk; de eerste vestiging van de oudste school van Amstelveen, de Piet Hein. Als ik naast de kerk sta en naar het schooltje kijkt, en mijn ogen een beetje dichtknijp, en door mijn wimpers gluur, zie ik de kinderen van 100 jaar geleden het gebouw uit komen lopen. Rennen was niet toegestaan. Hand in hand, twee aan twee, lopen ze in een rij, keurig achter elkaar naar hun moeders toe, die, gekleed in zware rokken hun dagelijkse werkzaamheden even laten liggen om hun kroost op te halen.

Als ik mijn ogen weer open doe zie ik de toekomst: een gerenoveerd schooltje, voor de helft in gebruik als mijn woonhuis en voor het andere deel als babyconcept store, met hippe, duurzame babykleding en waar jonge moeders in alle vrijheid borstvoeding kunnen geven en een gezond sapje kunnen drinken, op mijn zonovergoten terras. Een mens moet durven dromen.

Een ander prachtig historisch gebouw is het oude stationsgebouw, een soort Pipi Langkous- huis langs het spoor dat nu enkel nog gebruikt wordt door de Museumtram die van het Haarlemmermeerstation naar Bovenkerk rijdt. Het huis wordt bewoond en gerund door een zeer vriendelijke Zweedse familie. Je kunt er logeren, bloemen en leuke spulletjes voor in huis kopen, maar sinds kort hebben ze ook een terras geopend! Wat is dat een heerlijke aanwinst, voor wie de drukte van het (overigens zeer comfortabele) Stadshart even wil ontvluchten.

Het schijnt dat er in de jaren ’60 plannen lagen om het gehele Oude Dorp plat te gooien en er een nieuwbouwwijk te realiseren. Het heeft tot einde jaren ’70 geduurd voordat dit idiote idee van de baan was. Je moet er toch niet aan denken. Ook de prachtige kerk op het Dorpsplein, waar nu een tandarts zich gevestigd heeft, was dan verloren gegaan. Oude gebouwen krijgen nieuwe bestemmingen, en blijven daardoor behouden. Ze geven karakter aan Amstelveen en doen recht aan de geschiedenis die het wel degelijk heeft.

De geliefde uit vervlogen tijden is inmiddels gescheiden en zonder kinderen en zonder hond terug verhuisd naar Amsterdam. Hij liever dan ik. Mijn plek heb ik gevonden – ik ga voorlopig nergens naartoe. Wat mij wel nog steeds zorgen baart is de luchtkwaliteit in Amstelveen. Maar daar schrijf ik volgende week over. De zon schijnt. Ik ga de lokale middenstand steunen. Een goed weekend allen!

Leonie Ruiter
Email: Leonie@rtva.nl
Twitter: @Lilaleoschrijft