“Jon, hang jij de zakken buiten, het is dinsdag,” hoor ik van boven roepen. Dat is mijn vrouw en zij vraagt of ik de zakken met plastic aan een lantaarnpaal wil hangen. Dat kan bij ons in de straat om de 50 meter, er zijn zelfs speciaal haakjes voor ontwikkeld.De zakken hiervoor zijn dan af te halen in het gemeentehuis of op de plaatselijke vuilnisbelt.
Vuilnisbelt, een niet passend woord voor deze moderne plek aan de Grutterij. Supernetjes staan de containers in de grond verstopt, en word je geacht hier ieder stuk afval weg te gooien in de daarvoor bestemde bak. Staal, aluminium, papier, steen, grond, groen, hout, geïmpregneerd hout, dakleer, chemicaliën en zelfs het A-woord (asbest) heeft zijn eigen plek gekregen. Dat laatste is weer heel vreemd. Aan de Grutterij geen mannen in witte astronautpakken, blijkbaar toch niet zo slecht. Nog nette bruikbare zaken kunnen in de container voor De Boemerang, die deze veelvuldig komen legen waarna je het weer terug kunt kopen in hun plaatselijke kringloopwinkel. En ja, dat is mij wel eens overkomen.
Het woord vuilnisbelt komt nog uit een tijd dat iedereen een zinken bak had, met daarin een nummer en Amstelveen gestanst en die tweemaal(!) per week buiten kon zetten. Al dan niet met losse zooi ernaast. En wat je dan erg veel had, kon je ooit storten op een plek, ergens in ons dorp Dat bos tegenover de nieuwe brandweerkazerne heeft zo een heuvel gekregen.
Maar terug naar de basis: de burger. Ik heb als huiseigenaar drie containers staan; een groene voor het gelijknamige afval, een blauwe voor papier en karton en een grijze voor dat wat niet in de andere bakken/zakken kan. Dan hebben wij nog een eigen bak voor het glas.
De groene en grijze container gaan om de week, wat voor de grijze altijd net te krap is, zodat je de laatste troep, na zonsondergang bij die eenzame buurman er nog bij probeert te proppen. De groene zit alleen vol als je de tuin gaat snoeien. Of de herfst is aangebroken, wat in 65% van het jaar niet zo is en er dus slechts kleine, stinkende laagjes compost worden verwerkt. Met de papierbak gaat het net goed, maar dan moet er bijvoorbeeld geen koelkast gekocht worden. Eén ding hebben deze containers trouwens gemeen,: vanaf windkracht 5 vallen ze om als dominostenen of zie je ze door de straat zeilen. Wie kocht deze in?
De flessen zijn gewoon zwaar en deze bak gaat sneller vol dan ik zou willen, het blijft daarentegen wel een mooi klusje voor de ‘heitje voor een kwarweitje buurtkinderen’. Tenminste als ze klaar zijn met Pokemon-Go.
Het venijn zit hem in waar ik mee begon, die zakken -eerst mocht hier alleen maar licht afvalplastic in- maar sinds kort ook blik en van die geplastificeerde pakken. Dat scheelt in de grijze container, maar geeft wel erg veel stinkende zakken aan mijn huis… Deze zakken worden namelijk nog steeds eens in de twee weken gehaald. Frequenties kunnen ook wijzigen per seizoen of bij te veel zakken, toch?
Misschien verbruik ik gewoon te veel samen met mijn vrouw, vier kids en een hond. Al jaren een heet hangijzer bij ons thuis, met voor en tegenstanders trouwens. Het is natuurlijk een nobel (en voor de gemeente een lucratief) doel maar misschien recyclen wij in Amstelveen toch wel iets te veel. Ik weet ook eigenlijk niet meer waar ik alles laten moet. Vandaar dat ik nu mijn sloffen aantrek naar buiten sjok, en met een diepe zucht drie zakken aan de paal hang, met de verontrustende gedachte, dat ik over exact twee weken me in dezelfde positie zal bevinden.
Jon-patrick Terleth
Foto: eigen foto van eigen afvalhoek