Almere aan de Amstel

Als ik vanuit ons huis over het speelpleintje heen kijk, zie ik ze vaak lopen. Althans lopen, eigenlijk is het woord schuifelen hier beter op z’n plaats. Voetje voor voetje, stapje voor stapje. Hij moeizaam hangend op z’n rollator, zij hem ondersteunend bij elke moeizame stap die hij maakt. Het is zo’n hoge rollator waar je met je ellebogen op leunt. Naar mijn idee is zijn vrouw vooral bezig om hem moed in te spreken. Het zal iets zijn van “Kom op Henk, voorbij deze heg gaan we rechtsaf, dan het steegje door en weer terug naar huis. Precies zoals de dokter het ons heeft gezegd”. Ik heb de dagelijkse strijd van deze twee dappere mensen al vaak aanschouwd. Van een afstandje en vol bewondering en respect.

Dat huis van waaruit ik dit bekijk, staat in de Westwijk. “Zoek maar wat moois uit, alles is goed zolang het maar in Amstelveen staat”. Tien jaar geleden zei ik dit tegen de liefde van mijn leven, op het moment dat we gingen samenwonen. Stoere taal natuurlijk, maar twee tellen later besefte ik mij ook dat ze weinig binding had met Amstelveen, ze zelf makelaar is en dat dat ‘moois’ natuurlijk wel nog even elke maand betaald moest worden.

Haar Aalsmeerse nuchterheid won het gelukkig van het Amstelveense vastgoed-opportunisme. Het werd dus de Westwijk. Over het speelpleintje voor de deur van ons nieuwe stulpje, maakten onze vrienden toen al de nodige ‘handig-voor-later-grappen’. En ja, ze hebben gelijk gekregen. We hebben inmiddels een zoon die er veelvuldig gebruik van maakt.

We wonen er prima hoor, maar om nu te zeggen dat de Westwijk een karaktervolle en bruisende bron van inspiratie, energie en dynamiek is… nee dat niet. Zeker als de natuur straks al haar mooie herfstkleuren verliest en alleen grijs en grauw nog de boventoon voeren, lijkt het hier toch een beetje Almere aan de Amstel. Nu ik dit schrijf moet ik direct denken aan lang geleden, toen ik als kind op troosteloze zondagmiddagen met mijn ouders op bezoek ging bij familie in Almere. Het troosteloze zat hem overigens in Almere en niet in deze familie.

We hebben ooit nog eens een verhuisbericht van ze ontvangen. Ze waren verhuisd van Oranje Pan in Almere naar Blauwe Pan in Almere. En dit grijze dertien-in-een-dozijn-gevoel, krijg ik ook af en toe bij de Westwijk.

Onlangs besefte ik mij, dat ik na 10 jaar Westwijker te zijn, eigenlijk nog steeds niet weet hoe de straten bij ons in de buurt heten. Het zijn straatnamen van feministes, dat weet ik wel, maar vraag mij alsjeblieft niet aan welke straat of laan Marga Klompé, Joke Smit, Aletta Jacobs of Anna Polak hun naam hebben verbonden. Ik weet het simpelweg niet. Misschien komt dat door de Westwijk zelf, misschien komt het door mijn gebrek aan interesse en beleving.

Toen ik opgroeide in de Oude Karselaan was dat wel anders. Ik kende alle straten van zowel Oud- als Nieuw-Patrimonium op m’n duimpje. En ik kende niet alleen de straten, ik kende ook de mensen die er woonden. En ik kende zo’n beetje elk verhaal wat er achter elke deur schuil ging. Nou was het toen ook de normaalste zaak om even binnen te wandelen bij Ome Co, Tante Hennie, Uiltje of Die Lange. Dit was overigens wel in een tijd dat de Oude Karselaan een ander soort bewoners kende. Om je een beetje een beeld te geven; toen waren er ook bakfietsen, maar daar werd oud ijzer mee vervoerd. En onze ouders brachten ons niet naar hockey, maar stuurde ons de straat op om te voetballen. Dat idee een beetje.

Tot voor kort was dit mijn kort-door-de-bocht constatering, als ik mijn buurt van vroeger en die van nu met elkaar vergeleek. Inderdaad, tot voor kort. En dat komt omdat onze zoon Bobby inmiddels dagelijks te vinden is op dat handig-voor-later-speelpleintje bij ons voor de deur. Daar ontmoet hij zijn vriendjes en vriendinnetjes waar hij mee speelt. En ze spelen niet alleen voor de deur, ze spelen ook vaak bij elkaar thuis. Maar zo rond etenstijd is het toch wel handig als ie een keer richting huis komt. Het ‘binnenkomen als de lichten van de lantaarns aangaan’ wat mijn moeder vroeger hanteerde, werkt helaas niet meer. De lichten van de lantaarns doen het uitstekend, maar deze kinderoogjes zijn vooral gericht op de lichtjes van de Pokemon Go en de iPad. En dus kan papa (of mama) de deuren langs, om te zien waar junior uithangt en of ie misschien zin heeft om naar huis te komen. En ja, ook wij hebben een groeps-app met een aantal ouders, maar dat nu vermelden zou afbreuk doen aan het moraal van dit verhaal.

Want door dat letterlijk langs de deuren gaan op zoek naar onze zoon, ga ik nu dus eindelijk eens een aantal van mijn buren leren kennen. En niet alleen hun naam, ik ga nu ook voor het eerst hun verhaal leren kennen. En tijdens dat gesprek dat bij die deuropening ontstaat, blijkt dat we veel meer gemeenschappelijk hebben dan dat ik had gedacht of had aangenomen. En krijg ik nu dus eindelijk een band met de mensen, die al 10 jaar bij mij in de straat en in de buurt wonen.

Het ‘goedemorgen’ of ‘alles goed?’ wat ik voorheen puur uit fatsoen zei, is veranderd in een echt gesprek met de mensen die ik op straat tegenkom. En mijn gepaste sprint tussen auto en voordeur is inmiddels ingeruild voor even bijkletsen met de buren op het pleintje. Waarschijnlijk zonder dat zij het zelf realiseerden, hadden mijn vrienden met de handig-voor-later-pleintje-grap een zeer vooruitziende blik.

De Westwijk is dus eigenlijk helemaal niet saai, het is gewoon een kwestie van moeite doen om de mensen te leren kennen. Ongeacht of je weet hoe de straat heet waarin zij wonen.

En zo zullen ook de dappere rollator-man en zijn dappere vrouw uiteraard hun verhaal hebben. En de volgende keer dat ik ze langs zie schuifelen, blijf ik niet meer van een afstandje toekijken. Ik zal op ze afstappen en ze moed inspreken. Maar ik zal vooral een hele diepe buiging voor ze maken. Voor hen allebei.

[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Jeroen Franken
[/efspanel-header]
[efspanel-content]

foto1

Jeroen Franken (1969) noemt zichzelf een ‘die-hard Amstelvener van de 4e generatie’. Hij groeide op in de Oude Karselaan, doorliep het Amstelhoven en het KKC, is actief bij lokaal maatschappelijke initiatieven en woont samen met Natasha en hun zoon Bobby in de Westwijk.

Met zijn bedrijf Blue Fish helpt hij bedrijven en organisaties bij de inzet van Social Media en is hij actief lid van de Ondernemersvereniging Amstelveen. Bij voorkeur spreekt, traint, schrijft en blogt hij over social media, LinkedIn en ondernemen, maar voor RTVA schrijft hij ook graag over ‘zijn’ Amstelveen.

(follow via @BlueFishConsult & info via DeLinkedinExpert.nl)
[/efspanel-content]
[/efspanel]