Column: Sint Maarten

Wij woonden onder de rook van een suikerbietenfabriek, die je kon ruiken als de wind de ‘verkeerde ‘kant op waaide. In de stad was het een grote werkgever en daarom belangrijk voor de stad en voor de omliggende dorpen, dus niemand klaagde erover. Het hoorde erbij. Tijdens Sint Maarten, werd in ons dorp soms met uitgeholde suikerbieten gelopen, in plaats van kartonnen creaties of uitgeknipte melkpakken. Ik heb het ook een paar keer gedaan, omdat ik het leuk vond het net zo te doen als de mensen vroeger. Het viel me op dat ik dan vooral van oudere mensen veel complimenten kreeg en ook vaak geld kreeg in plaats van snoep. Dat laatste heb ik nooit begrepen, tot ik een keer ergens las dat het vroeger vooral de armere kinderen waren die meededen aan deze bedeltochten in de naam van de heilige Martinus. Vroeger werd er daarom meestal geld of fruit gegeven; later vooral snoep. Rijkere mensen vonden het niet gepast, hun kind langs de deuren te laten lopen; ze hadden het niet nodig.

Sint Martinus is de beschermheilige van mijn geboortestad, en ik heb altijd gedacht dat het vooral een Groningse, en in ieder geval een noordelijke, traditie was. Het verbaasde me eerlijk gezegd dat ze ook in Amstelveen in leven gehouden wordt. Mijn kinderen en mijn stiefkinderen doen er elk jaar enthousiast aan mee, en het vervult mij van een warm, nostalgisch gevoel als ik ze met hun lampionnen langs de deuren zie gaan. Het valt wel op dat lange liederen van weleer zoals ‘Sint Martinus Bisschop, Roem van alle landen’, vervangen worden door steeds kortere en minder charmante versies als ‘Sinte Maarten MikMak, Mijn moeder is een dikzak..’et cetera. Dat is jammer. Zo snel mogelijk een paar zinnen schreeuwen, om zo snel mogelijk snoep te graaien en door te rennen naar de volgende deur..- dat zie je steeds vaker. Maar bij mij lukt dat niet. Er moet tenminste één mooi liedje gezongen worden en zo niet, dan krijgen ze niets. Anders kun je net zo goed een emmer snoep buiten zetten en zelf warm binnen blijven.

Het is mede hierom dat ik mij verzet tegen de viering van het Amerikaanse Halloween feest, dat elk jaar meer terrein lijkt te winnen. Dat Amerikaanse expats in Amsterdam hun kinderen de straat op laten gaan in een griezelkostuum is prima. En dat ze hun Nederlandse vriendjes en vriendinnen mee nemen begrijp ik ook nog. Maar het lijkt zo weinig inhoud te hebben. Je koopt een jurk en dracula tanden in een feestwinkel, en roept ‘Trick or Treat’, je krijgt snoep en dat is het dan. En uiteraard heeft Halloween ook een ontstaansgeschiedenis, en is het ongetwijfeld meer dan het onzinnige griezelfeest dat het lijkt, maar ik ben zo bang dat het niet naast Sint Maarten kan bestaan. Het volgt te dicht op elkaar. Ik zou het echt heel jammer vinden als mijn kleinkinderen niet meer weten dat er ooit een Sint Martinus bestaan heeft, die zijn mantel deelde met de armen.

En begrijp me niet verkeerd: ik vind dat tradities mee moeten bewegen met de tijd. En ik ben dan ook helemaal voor een Roetvegenpiet. Ik zie daarin geen enkele afbreuk aan het Sinterklaasfeest zoals ik het vroeger beleefde. Sint met zijn Pieten, zwart als roet van de schoorsteen. Het is de veramerikanisering die mij zorgen baart. Ik wil niet overal ter wereld hetzelfde kunnen eten, en dezelfde kleding kunnen kopen. Ik wil niet dat overal ter wereld Halloween de lokale traditie verdringt, en ik wil niet dat Donald Trump president wordt. Dan wordt het pas echt griezelen; een soort permanent Halloweenfeest. Maar dat is een ander onderwerp, waar ik mij mogelijk een andere keer aan wijd. Veel plezier de 11e van de 11e! Nog een goed weekend!

Leonie Ruiter
Email: Leonie@rtva.nl
Twitter: @Lilaleoschrijft

Foto: recensiekoning