Wat wordt nou de titel van deze column? Ik zit te peinzen, terwijl ik naar buiten kijk op een semi-regenachtige dag. Ik kijk uit op de troosteloze tuin, waar het onkruid zich met volle kracht tussen de tegels uit probeert te persen en daar uitermate succesvol in is.
Ik werp een blik op het vorig jaar gekregen sinterklaascadeau, een vogelhuisje. Het vogelhuisje is vreemdgenoeg niet zo succesvol als het onkruid. Het is namelijk best een bijzonder vogelhuisje met een gezellige veranda met bloempotjes, leuke rode raamkozijnen en groen dak.
Als ik een vogeltje was, dan zou ik het wel weten, maar ik heb er nog geen vogel in of nabij gezien. Geloof me, vogels genoeg in de tuin. Okay, ze passen niet allemaal in het vogelhuisje, maar dit vogelhuisje is ook niet gemaakt voor hebberige kraaien.
Het hangt ook niet echt op een veilige hoogte denk ik. Zelfs een vadsige rode kater zou het huisje van de schuur kunnen hengelen als hij zijn best doet tijdens een sprong.
Nou heb ik nog geen enquête gehouden onder het gevogelte, maar het kan best zijn dat ze het een lelijk huisje vinden, want verschillende vogels hebben er al flink op zitten kakken. Of misschien komt het omdat de veranda van het huisje te glad is en ze bij landen uitglijden en tussen de bloempotjes terecht komen en zichzelf bezeren.
Nee, even zonder dollen. Ik denk dat ze wellicht bang zijn voor Rob. Dat is de ekster die zich verdacht veel in de tuin ophoudt. Hij is er al vanaf de lente en hij is er zo vaak dat ik hem maar een naam heb gegeven. Bij het bedenken van een naam ben ik allerminst creatief geweest. Motregen en mos blijken helaas geen creatieve prikkel voor mijn geest. Het eerste wat in mij opkwam was Rob de Tuinman. Geen idee waarom, want deze Rob heeft geen enkele toegevoegde waarde in de tuin.
Rob heeft in het voorjaar een soort van alleenrecht afgedwongen over de aardbeienplant. Waar ik reikhalzend uitkeek naar zo’n mooi ontpopte rode aardbei om te plukken kon ik nu alleen nog maar een traantje wegpinken als ik Rob likkebaardend zag wegvliegen van de aardbeienplant.
Na wat Google-onderzoek over de ekster constateerde ik dat Rob zich een redelijk luxe en gezond leventje had verworven in onze tuin. De wetenschappelijke naam voor een ekster is Pica. Ze eten wormen en kevers, maar ook menselijk afval zoals patat. Onze nieuwe tuinvriend had blijkbaar in een Linda bij het oud papier gelezen dat je beter “biologisch†kunt eten.
Inmiddels is de aardbeienplant allang overleden en heb ik Rob aanbevolen om eens lekker bij de Febo in het Stadshart rond te gang hangen. Misschien dat een lief vogeltje hem wil vervangen.