Column: Oranje Broek

Op zaterdagochtend gaat bij ons om 07.15 uur de wekker. Onze zoon Bobby voetbalt bij Roda’23 en daar staat de aftrap gepland om 08.30 uur. En voor een zaterdag vind ik 07.15 uur vroeg, erg vroeg zelfs.

Eigenlijk is het niet onze, maar mijn wekker die afgaat op dit onmogelijke tijdstip. Mijn schatje blijft dan nog even liggen, zij heeft op zondagochtend altijd de vroege dienst. En elke vrijdagavond weer, neem ik mij voor om deze keer wel op tijd naar bed te gaan. Alleen lukt het me nooit. Op vrijdagavond is Humberto nou eenmaal op zijn best, dus voor de klok van 12 gaat bij ons het licht niet uit.

Zelf heb ik mijn voetbaljeugd doorgebracht bij Sint Martinus, het huidige Sporting Martinus. Omdat onze zoon het voetbal-DNA van zijn vader heeft, leek het mij verstandig dat hij naar een andere club ging. Als oudgedienden van Martinus horen wat Bobs achternaam is, kan het vrij snel gedaan zijn met z’n sportieve carrière. Er is helemaal niets mis met de oudgedienden van Martinus hoor, in tegendeel zelfs. Maar met zijn achternaam bij een andere club, kan ie nog rustig een tijdje doorgaan met dromen. Dromen dat-ie later ooit keeper van Ajax wordt. De schat.

Na Bobs uurtje voetbal vindt er bij Roda’23 misschien wel het mooiste schouwspel plaats, dat er op de Amstelveense voetbalvelden te vinden is. Dan zijn de allerkleinste voetballertjes van de club aan de beurt. Ze worden de Coenradies genoemd en het zijn een stuk of vijftig dartelende vier- en vijfjarigen, die zich met een heel luid ‘Goedemorgen!!!’ verzamelen rond Sylvia, Nel en al die andere vrijwilligers.

Vervolgens worden zij langs de lijn opgesteld om ingedeeld te worden in de teams voor vandaag. In hun veel te grote shirtjes van Ajax, Barcelona, Liverpool of elke andere club waar hun papa een voorkeur voor heeft, wachten ze gespannen af. Terwijl Sylvia de rij langsloopt, krijgen ze een lieflijk klopje op hun hoofd en telt zij hardop hoeveel Coenradies ze die dag heeft. Bij de tweede keer dat zij de rij afloopt, verdeelt zij de kleine Zlatans en Messi’s in teams en wordt één van de andere vrijwilligers aangewezen als scheidsrechter. Het is en blijft een mooi schouwspel, elke keer weer.

En dan gebeurt het. Terwijl Sylvia de allerjongsten verdeeld in teams, stapt De Moeder uit de kluwen van trots toekijkende ouders en grootouders. Ook De Moeder is om 07:15 uur is opgestaan en zij zal iedereen laten weten dat dat niet voor niets is geweest. Niet alleen door haar veel te luide en aanwezige stem, maar ook door haar fel oranje broek. Iedereen die mij kent weet dat ik weinig verstand van mode heb, maar sommige mensen komen bij mij nou eenmaal binnen op een verkeerde golflengte. En dan is een visueel kapstokje als een oranje broek snel gevonden en zeer welkom.

Oranje Broek zint de indeling van de teams niet, omdat Oranje Broek Junior niet bij zijn vriendjes zit. Met een hoop kabaal en tot irritatie van iedereen, gaat zij zich bemoeien met de indeling. Ik sta naast mijn maatje Remy en die zegt dat Oranje Broek dit kunstje zo’n beetje elke week flikt. Als ze geheel terecht en met stilzwijgend goedkeuren van iedereen wordt teruggefloten door Sylvia, zie ik Oranje Broek afdruipen met een onterecht triomfantelijke houding. Tegen de andere ouders roept ze nog iets van “in mijn werk als manager altijd zo regel…” Gelukkig reageert er niemand. Ik schat Oranje Broek inderdaad in als een manager bij zo’n veel te groot bedrijf. En ik denk dat Oranje Broek bij dat te grote bedrijf ook kunstjes flikt, maar dat terzijde.

Misschien moet Oranje Broek eerst maar eens Junior managen om wel meteen bij zijn vriendjes te gaan staan. Een beetje oplettende ouder heeft zijn kind dit namelijk al ingefluisterd na de allereerste zaterdagochtend. Daarnaast denk ik dat managen vooral met respect begint. En dan niet in de vorm van respect krijgen, maar in de vorm van respect geven. In dit geval het respect geven aan al die vrijwilligers op deze vroege zaterdagochtend.

Want voor hen schrijf ik vandaag deze column. Dit is voor al die vrijwilligers die elke zaterdag vroeg opstaan, misschien zelfs wel nog vóór 07.15 uur. Opstaan om iemand anders een plezier te doen. Elke zaterdag weer, zetten zij zich vol enthousiasme in om andermans kinderen, onze kinderen, te laten voetballen. We zeggen het veel te weinig, maar weet dat wij het ontzettend waarderen wat jullie allemaal doen. Dankjulliewel!

En weet dat wij ook bijzonder veel respect voor jullie hebben, als je weer eens tegenover een Oranje Broek komt te staan. Met mijn woorden als wapen, zou ik zelf in zo’n geval de Oranje Broek in een te kleine vale bermuda veranderen. Maar jullie weten beter. Jullie zijn in staat om de Oranje Broek dan rustig en netjes uit te leggen, waarom de dingen gaan zoals ze gaan. En dat zonder er aan toe te hoeven voegen, dat je dat ‘in je werk als vrijwilliger altijd zo regelt…’

[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Jeroen Franken
[/efspanel-header]
[efspanel-content]

foto1

Jeroen Franken (1969) noemt zichzelf een ‘die-hard Amstelvener van de 4e generatie’. Hij groeide op in de Oude Karselaan, doorliep het Amstelhoven en het KKC, is actief bij lokaal maatschappelijke initiatieven en woont samen met Natasha en hun zoon Bobby in de Westwijk.

Met zijn bedrijf Blue Fish helpt hij bedrijven en organisaties bij de inzet van Social Media en is hij actief lid van de Ondernemersvereniging Amstelveen. Bij voorkeur spreekt, traint, schrijft en blogt hij over social media, LinkedIn en ondernemen, maar voor RTVA schrijft hij ook graag over ‘zijn’ Amstelveen.

(follow via @BlueFishConsult & info via DeLinkedinExpert.nl)
[/efspanel-content]
[/efspanel]