Column: Bakkie Hangen

Wanneer het kouder wordt schiet Nederland altijd in de kramp. Kom ik nog thuis met de auto? Rijden de treinen nog wel?  En natuurlijk vraagt Erben zich af bij Matthijs: wanneer start de Elfstedentocht?

Zelf kon ik nooit wachten om mijn Bauers onder te binden en met stick en puck af te reizen naar de Braak, de Bak (voor de Kruiskerk, gevaarlijk detail: de fontein in het midden stak uit) of wanneer het heel koud was De Poel zelf. Ik leerde hier schaatsen, ijshockeyen en veel nieuwe vrienden kennen. Dat was mooi.

Maar wanneer het schaatsen te veel was en je op een namiddag eens iets anders wilde, waren daar de aalgladde straatjes in het oude Amstelveen waar mensen rond vijf uur probeerden met hun Opel, VW of Fiatjes thuis te komen over de niet-gepekelde wegen.  Dan had je eigenlijk maar één ding nodig:  gladde schoenen.

De kunst was om in een bocht -waar de automobilist moest inhouden- de achterbumper te pakken, door je hurken en vasthouden. Doodeng dus, maar vreselijk spannend. Helaas voor de kinderen van nu lijken de ouders veel bezorgder. Bakkie Hangen is een no-go-area these days.

Maar goed, het is ook steeds moeilijker geworden om dit soort fratsen uit te kunnen halen. De opbouw van een moderne auto is essentieel veranderd in een gladde zielloze massa waar geen mens zijn hand nog ergens achter kan krijgen. En als dat al zou lukken, dan hou je de plastic behuizing van de duur gekochte Audi toch echt in je handen terwijl de basis gewoon doorrijdt.

Dus wanneer het zo glad is als gisteren en vandaag en ik de wegen er zo bij zie liggen, begint het te kriebelen. Maar het is een kriebel waar ik helaas niet bij kan. Nee, die tijd komt niet terug voor onze kinderen. Laat staan voor mij. Wat natuurlijk nog wel mogelijk is een les in schotsje-lopen. Al vrees ik dat de kinderen daar zelf meer van weten dan ik hoop.

Jon-patrick Terleth