Column: Walrus

Ik heb nooit precies geweten hoe het zit, maar volgens mij ligt het grootste deel van het Amsterdamse Bos binnen de Amstelveense gemeentegrenzen, of zoiets. Waarschijnlijk is mij dit vroeger ooit een keer verteld, heb ik dit opgeslagen en denk ik daaraan als ik door datzelfde bos heen fiets. Of als ik naar een hockeywedstrijd ga kijken, of daar zelf moet spelen; hockeyclub Amsterdam ligt ín Amstelveen. Raar en toch leuk, want het geeft je een gevoel van ‘Ha! Hoort ook allemaal bij ons!’

Anyhoo, ik fietste dus richting het Bos, op weg naar de Kanovijver. Het was warm, en ik genoot van
de verkoeling die de bomen je geven als je onder ze doorfietst. Bij de Kanovijver aangekomen zocht ik ook naar een schaduwrijk plekje, wat nog best lastig was want het leek wel alsof iedereen een stukje beschutting zocht, weg van de zon.

Behalve de jonge gasten: jongens en meiden, pubers en de al 19-jarigen, ze lagen allemaal midden op het veld, vol in de zon. Insmeren deden ze zich niet, dat hadden ze “toch al 1x gedaan, pap…!” De jongens trapten tegen een bal, de meiden keken ernaar en giechelden wat, ze dronken cola uit dezelfde fles en aten binnen twee minuten een familiezak paprikachips leeg. Eigenlijk was er in 25 jaar niets veranderd.

Wat me wel opviel was dat al die jongens zo fit waren. Lange slungels liepen er niet tussen, nee, ze waren allemaal goed in verhouding. Goed gevormde armen, strakke kuiten en bij de meesten zelfs een sixpack. Zaten ze dan echt allemaal in de sportschool tegenwoordig? Het eten van chips en het drinken van cola leek in ieder geval geen enkele invloed op de vorm van hun lichaam te hebben!

Toen ik mijn handdoekje neerlegde en mijn shirt uittrok, kwamen er drie boswachters aanrennen om mij terug de Kanovijver in te rollen. Man, wat voelde ik me een walrus vergeleken bij al die jonge gasten! Ik vond ze meteen een stelletje eikels. “Zij wel, wacht maar, straks, boven de 40, geef je geen ene fuck meer om die hele sportschool van je!”, dacht ik.

Uiteraard werkt het precies andersom. Ik was gewoon jaloers. Ik ben ook zo fit geweest. Ooit. Na een uur vouwde ik mijn handdoekje weer op en liep ik terug naar mijn fiets. Een bal rolde tegen mijn been toen ik de sleutel in het slot stak. Ik draaide me om, en zag een jongen midden op het veld met zijn armen zwaaien. Het was zijn bal en het was de bedoeling dat ik hem terug zou trappen. Ik zette mijn tas neer, gaf de bal een klein schopje om hem goed te leggen en trapte de bal toen terug. Mijn slipper vloog uit en ik hoorde de groep jongens lachen.

Twee dagen later vroeg ik me af hoe ik aan die spierpijn kwam. Die sportschool hè, heeft iemand daar een adres van?

[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Hugo Baudert
[/efspanel-header]
[efspanel-content]

Hugo Baudert, uit het mooie wijnjaar 1970, is een echte Amstelvener. Geboren op de van Heuvengoedhartlaan, opgegroeid in Waardhuizen en rondgezworven door het Oude Dorp en Westwijk, even uitgevlogen richting Amsterdam, is hij nu geland in de Bankrasbuurt.

Het grootste deel van zijn leven werkzaam ‘in de reclame’, heeft hij wat lopen klooien met hout, tapte hij biertjes maar is hij nu als zelfstandig copywriter aan het werk. Dat doet hij met  www.verhaalmeteenbaard.nl. Onbescheiden zegt hij: “Ik ben gewoon dé creatieve geest die elk bedrijf nodig heeft.” Jij zegt het Hugo!

[/efspanel-content]
[/efspanel]