Column: Zwemjuf

‘De gemeente gaat onkruid bestrijden met zwembadwater.’ Zomaar een kopje boven een artikel, ergens, ik geloof op Twitter, van afgelopen week. Misschien was het dat ik nog niet helemaal wakker was (ik sta altijd erg vroeg op), maar mijn eerste gedachte was toch: “Gatsie.”

Mijn afkeer tegen zwembaden begon al toen ik als kleine jongen nog zwemles had. De zwemjuf was een grote vrouw in een wit pak, ze droeg witte plastic klompen die piepten als ze over de tegeltjes liep, ze had kort krullend haar en een harde stem. Verder prikte ze altijd met zo’n reddingshaak in je zij als ze je van de verdrinkingsdood probeerde te redden, en moesten we altijd extreem lang watertrappelen. Vond ik.

Haar harde stem galmde door het bad, en ook die herinnering komt weer boven de weinige keren dat ik tegenwoordig in een zwembad te vinden ben. Het geluid van een triljard schreeuwende kinderen, gillend in het water of zeurend bij hun moeder om patat, dat weerkaatst tegen de wanden en het dak van het zwembad, bezorgt mij spontaan bloedende oren.

Daarnaast vond en vind ik de geur die in een zwembad hangt niet heel erg aangenaam, zeg maar gerust smerig. De combinatie van water, chloor, zweet en urine (ja mensen, ik besef mij dat ik het zwemmen onder de lezers hierbij heel erg populair maak) maakt het mij makkelijk als ik moet kiezen tussen óf een dagje zwembad, óf het eten van een koeienoog.

Goed, onkruid dan. Dat moet bestreden worden, en als zwembadwater het middel daarvoor moet zijn, dan ben ik voor. Kennelijk is verwarmd water de oplossing tegen het oprukkend groen, daar is vast onderzoek naar gedaan. Dus nadat ik van het artikel iets meer gelezen had dan alleen de kop, vond ik het hergebruik van urinerijk water eigenlijk wel prima. Een milieuvriendelijke, kostenverlagende, banen creërende oplossing, dat is natuurlijk goed en maakt mij trots op het feit dat ik in een vooruitstrevende gemeente woon. Een groene gemeente ook, behalve als het over onkruid gaat. Dat dan weer wel.

Het beeld van mijn oude zwemjuf op zo’n gemeentewagentje, om zich heen spuitend met het zwembadwater om het onkruid te verdelgen, maakte mijn dag compleet. “Gerechtigheid!”, dacht ik. De tiran uit mijn jeugd moest voor straf alle straten, pleinen en steegjes in Amstelveen onkruidvrij spuiten voor het jarenlang kwellen van vele Amstelveense kinderzieltjes. Totdat ik me besefte dat straks heel onze stad ruikt naar één groot overdekt zwembad! Van elke tegel in elke straat stijgt straks de geur van verwarmd urinewater op, walmend in de ochtendzon!

Ik zette mijn vork in een koeienoog en nam een hapje.

[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Hugo Baudert
[/efspanel-header]
[efspanel-content]

Hugo Baudert, uit het mooie wijnjaar 1970, is een echte Amstelvener. Geboren op de van Heuvengoedhartlaan, opgegroeid in Waardhuizen en rondgezworven door het Oude Dorp en Westwijk, even uitgevlogen richting Amsterdam, is hij nu geland in de Bankrasbuurt.

Het grootste deel van zijn leven werkzaam ‘in de reclame’, heeft hij wat lopen klooien met hout, tapte hij biertjes maar is hij nu als zelfstandig copywriter aan het werk. Dat doet hij met  www.verhaalmeteenbaard.nl. Onbescheiden zegt hij: “Ik ben gewoon dé creatieve geest die elk bedrijf nodig heeft.” Jij zegt het Hugo!

[/efspanel-content]
[/efspanel]