De uit Amstelveen komende journalist Stefan J. Bos (hij zat onder meer op de Roelof Venemaschool) wordt in Hongarije beschouwd als verdacht. Hij staat als enige niet-Hongaarse verslaggever op een door staatsmedia gepubliceerde lijst van in totaal acht mediamedewerkers.
Door Johan Th. Bos
Bos, die al ruim dertig jaar in Boedapast woont, kreeg in het verleden een prijs van de regering wegens zijn verslaggeving via internationale (waaronder Nederlandse) media over de ontwikkelingen sinds het communisme in Oost-Europa. Maar de als autocratisch ervaren premier Viktor Orbán (tegenstanders spreken over Orbanistan) drukte er in no-time allerlei wijzingen in de grondwet door en wetgeving die recht, onderwijs en media aan banden legde. Bos heeft een eigen nieuwsagentschap, werkzaam voor tal van internationale media, maar kreeg een verbod op radio-uitzendingen, alsmede berichtgeving via internet en andere media. Daaraan stoort de niet langer door de staat geaccrediteerde Nederlandse journalist zich niet.
De regering Orban, die contant overhoop ligt met de EU, noemt Bos een woordvoerder van de Amerikaans-Hongaarse filantroop en miljardair George Soros, die een nu door Orban met sluiting bedreigde universiteit in zijn geboorteland stichtte. Overigens financierde Soros ook de studie van Orban, maar daaraan lijkt de laatste niet meer te willen herinnerd. Die houdt vol dat Soros een maffiabende leidt. De Amerikaan zegt over Orban hetzelfde.
Media liggen in Hongarije onder vuur sinds Orban er een wet voor hen doordrukte, waardoor de belangrijkste oppositiekrant moest verdwijnen, de staat andere media in handen kreeg en op ‘staatsgevaarlijke’ informatie een boete staat die kan oplopen tot €100.000. In het parlement regeert een door Orbans partij Fidesz gedomineerde coalitie, waarvan ook de ronduit antisemitische partij Jobbik deel uitmaakt.
Amstelveen heeft een stedenband met Obuda, stadsdeel van Budapest, met een Fidesz burgemeester. Die partij van Orban presenteerde zich eerder als liberaal, maar voert nu een bewind dat Bos zelfs onder het communisme niet meemaakte. In zijn verslaggeving is Bos gewend beide kanten van een regeringsbesluit te laten zien, maar door degenen die er tegen zijn ook aan het woord te laten, stelt hij zich volgens de regering staatsgevaarlijk op. Bos liet zich ook niet registreren, wat volgens de nieuwe mediawet noodzakelijk is, maar waarmee men zich akkoord verklaart met de richtlijnen voor journalistiek.
Een commissie voor het controleren van EU-geldstromen naar Hongarije liet weten aan dat land meer werk te hebben dan aan andere Europese staten. Orban liet in het dorp waar hij woont, enkele tientallen meters van zijn huis een stadion bouwen voor zijn favoriete voetbalclub. Toen Bos dat meldde, zette ook dat kwaad bloed. Er was overigens wel EU-geld mee gemoeid.
De lijst is inmiddels ook gepubliceerd door de er schande over sprekende internationale journalisten organisatie Reporters Without Borders (RWB). Bos zelf, zoon van de Amstelveense journalist Johan Th. Bos, lijkt aan de al jarenlang durende tegenwerking gewend. “Zij verwijzen goeddeels naar verhalen die ik bijvoorbeeld deed voor mijn eigen website BosNewsLife over mijn weigering mij te laten registrerenâ€, zegt hij. “En naar verhalen over bijvoorbeeld antisemitisme hier en nazigroepen, de weigering van de Hongaarse president holocaust-ontkenning strafbaar te maken enzovoort.â€
Het begint nu een internationale rel te worden, constateert hij. Inmiddels is ook de nieuwe Nederlandse ambassadeur in Boedapest op de hoogte gesteld.
Dit artikel heeft RTVA met toestemming overgenomen van amstelveen.blog.nl, de blog van Johan Th. Bos.