Column: Zandbak

Met zijn zeven lentes is mijn zoon de zandbak inmiddels wel een beetje ontgroeid. In plaats van de zandbak staan nu voetballen, fietsen, hutten bouwen, chillen en gamen bovenaan zijn bucketlist. Maar door het vele spelen in die zandbak, spreekt hij nu wel zes vreemde talen. En die zes vreemde talen spreekt-ie niet omdat het zo’n intelligent ventje is, ik ben tenslotte zijn vader, maar omdat die zandbak bij ons voor de deur in de Westwijk staat. In die Westwijkse zandbak komen namelijk kindjes uit alle windstreken van de wereld; Japan, India, Amerika, Polen, China en ga zo maar door. En oh ja, op geregelde basis weten ook de Nederlandse kindjes de zandbak goed te vinden.

En eigenlijk vind ik die Westwijkse zandbak wel een mooi fenomeen. Het is door die zandbak dat mijn zoon opgroeit met het simpele feit dat sommige kindjes andere talen, gewoonten en kleurtjes hebben. En zo heeft hij al vroeg geleerd dat die andere talen, gewoonten en kleurtjes, totaal onbelangrijk en irrelevant zijn als je samen iets leuks wilt doen. Ik zie hem dan ook regelmatig spelen en plezier hebben met een groot scala aan windstreek-kindjes. En ook al verstaan ze elkaar niet, hebben ze vaak andere gewoontes en kleurtjes, ze hebben met elkaar de grootste pret. Wat een beetje kindergebarentaal en goede intenties al niet kunnen doen.

Toen ik de leeftijd van mijn zoon had, kregen we op een dag Mohammed in de klas. Mohammed was een mooi ventje, maar wel een ventje met een andere taal, gewoontes en kleurtje. Net gearriveerd uit het warme Marokko, kwam hij in een vreemd en koud land terecht in een hechte groep van zevenjarigen die niet gewend waren aan een andere taal, gewoonte of kleurtje. Ik moet dan ook bekennen, dat ik mij niet kan herinneren dat ik ooit met Mohammed gespeeld heb. Of dat de andere kinderen uit de klas veel met hem hebben gespeeld. Mohammed zal het toen zeker niet makkelijk hebben gehad. Veertig jaar en een zandbak verder, zou mijn zoon dan ook heel anders omgaan met Mohammed dan dat ik dat ooit deed.

Nou las ik dat het aanstaande zaterdag Burendag is. Burendag is een dag waarop je gezellig samen komt en waarbij veel mensen iets goeds doen voor elkaar en de buurt. Het idee erachter is dat buurten leuker, socialer en veiliger worden als buren elkaar ontmoeten en zich samen inzetten voor hun buurt.

Een mooi initiatief, alhoewel het wel even de vraag is of je zo’n evenement in de Westwijk bij iemand thuis moet organiseren. Voor je het weet wandel je nietsvermoedend een wietwoning binnen of wordt er niet opengedaan omdat de bewoner tijdelijk doch gedwongen te gast is bij het Ministerie van Justitie. Maar even niet bij iemand thuis organiseren dus.

Toch zou die Burendag een mooie gelegenheid zijn om ook al die volwassen Westwijkse windstreek-buren eens bij elkaar te brengen. Want ondanks dat onze kinderen zich uitstekend met elkaar vermaken, blijft het tussen de volwassen windstreek-buren toch vaak bij een onwennig ‘Hello’ of een beleefd knikje naar elkaar. Heel veel verder zijn we in al die jaren als volwassen windstreek-buren niet gekomen. Misschien moeten we die Westwijkse Burendag toch gewoon een keer organiseren. En dan niet bij iemand thuis, maar bij ons voor de deur op het pleintje. In de zandbak.

[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Jeroen Franken
[/efspanel-header]
[efspanel-content]

foto1

Jeroen Franken (1969) noemt zichzelf een ‘die-hard Amstelvener van de 4e generatie’. Hij groeide op in de Oude Karselaan, doorliep het Amstelhoven en het KKC, is actief bij lokaal maatschappelijke initiatieven en woont samen met Natasha en hun zoon Bobby in de Westwijk.

Met zijn bedrijf Blue Fish helpt hij bedrijven en organisaties bij de inzet van Social Media en is hij actief lid van de Ondernemersvereniging Amstelveen. Bij voorkeur spreekt, traint, schrijft en blogt hij over social media, LinkedIn en ondernemen, maar voor RTVA schrijft hij ook graag over ‘zijn’ Amstelveen.

(follow via @BlueFishConsult & info via DeLinkedinExpert.nl)
[/efspanel-content]
[/efspanel]