Hij twijfelt. En hij twijfelt steeds vaker. En nu het richting december loopt, twijfelt ie meer dan ooit. En ik ben bang dat zijn twijfel eerdaags omslaat in een definitief ‘Nee’.
Wij gaan al jaren op vakantie naar Zuid-Spanje en als we daar een kasteel zien, stellen we hem altijd de vraag ‘Wat denk je Bob, zal dát het kasteel van Sinterklaas zijn?’ Jarenlang zagen we zijn ogen dan groter en groter worden en ter plekke verzon hij er een schim van een of meerdere Pietjes bij.
Tot vorig jaar. Zijn grote ogen en gefantaseerde Pietjes maakten plaats voor een nuchter ‘Nee papa… Sinterklaas woont in Madrid en dat is hier heel ver vandaan.’ En tijdens de afgelopen vakantie kwam na zeven goedgelovige jaren het grote woord eruit. ‘Papa… Sinterklaas bestaat niet.’
En dus is de kans groot dat wij dit jaar niet op de Molenweg staan om Sinterklaas en zijn zwarte Pieten te verwelkomen. En ja, u leest het goed; zwárte Pieten. Daar waar andere gemeentes al lang afscheid namen van een Piet die zwart is, was vorig jaar de Piet in Amstelveen nog steeds roet- en roetzwart. Onze zoon zal het trouwens om het even zijn welke kleur Piet heeft, zolang een Piet z’n handjes maar vol met pepernootjes stopt.
Je beledigt er hele bevolkingsgroepen mee, maar Amstelveen koos dus weer voor een zwarte Piet. Of dat een bewuste keuze was weet ik niet, feit is wel dat onze lokale bestuurders in deze kwestie geen vuist wilden maken of durfden te maken. Waarschijnlijk werden er argumenten als traditie, cultuur en erfgoed gebruikt om niets te veranderen.
En tradities en erfgoed moet je nou eenmaal omarmen, koesteren, beschermen en in z’n geheel overdragen aan de volgende generaties. En al helemaal in een traditionele gemeenschap als Amstelveen. Maar over het koesteren van erfgoed in ons mooie dorp, moet ik u nu toch echt even teleurstellen.
Eerder deze week liet collega-columnist Jon-patrick u en mij kennismaken met een bijzonder stukje Amstelveens erfgoed op de Randwijcklaan 13 in de wijk Randwijck. Gebouwd onder architectuur van de Amsterdamse School, heeft dit bijzondere gebouwtje de afgelopen negentig jaar dienst gedaan als kerk, synagoge, kleuterschool en bedrijfsruimte. Daarnaast en bovenal ook veel betekenisvoller, was het tijdens de eerste oorlogsjaren voor veel Joodse kinderen de laatste school die zij bezochten. Over erfgoed gesproken dus. Maar niet in Amstelveen. In Amstelveen moet dit erfgoed plaatsmaken voor een dertien-in-een-dozijn veel te grote villa. En met plaatsmaken bedoel ik dus slopen.
Ik denk dat als je je erfgoed daadwerkelijk omarmt, koestert, beschermt en wilt overdragen aan de volgende generaties, je er simpelweg met je tengels vanaf moet blijven. Je zou het wellicht nog kunnen verhuizen naar een andere plek, maar dan alleen uit pure noodzaak en in het uiterste geval.
Maar niet in Amstelveen dus. In Amstelveen kan een Pietje met heel veel pepernootjes ons erfgoed slopen en met de grond gelijk maken. Zolang ie maar genoeg pepernootjes in een of andere hoek strooit.
Schrale troost is wel dat als we in Amstelveen zo makkelijk afscheid nemen van ons erfgoed, het misschien ooit nog eens goed komt met die Pietjes op de Molenweg.
[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Jeroen Franken
[/efspanel-header]
[efspanel-content]
Jeroen Franken (1969) noemt zichzelf een ‘die-hard Amstelvener van de 4e generatie’. Hij groeide op in de Oude Karselaan, doorliep het Amstelhoven en het KKC, is actief bij lokaal maatschappelijke initiatieven en woont samen met Natasha en hun zoon Bobby in de Westwijk.
Met zijn bedrijf Blue Fish helpt hij bedrijven en organisaties bij de inzet van Social Media en is hij actief lid van de Ondernemersvereniging Amstelveen. Bij voorkeur spreekt, traint, schrijft en blogt hij over social media, LinkedIn en ondernemen, maar voor RTVA schrijft hij ook graag over ‘zijn’ Amstelveen.
(follow via @BlueFishConsult & info via DeLinkedinExpert.nl)
[/efspanel-content]
[/efspanel]