Column: Niet lullen maar poetsen

Rond half acht zaterdagavond kreeg ik het eerste app-je: ‘de Urbanus staat in de fik’. Daarna volgden nog een paar app-jes en via Twitter kwamen de eerste vreselijke beelden op mijn beeldscherm voorbij. Net zoals u schrok ook ik me een versuffing van het nieuws en de beelden. En maar hopen dat er niemand gewond zou zijn en dat de schade beperkt zou blijven. Gewonden zijn er gelukkig niet, als geluk bij een ongeluk. Daarnaast staat de kerktoren nog fier overeind, als symbool dat we nooit mogen buigen voor tegenslag.

Het maakt het verdriet er niet minder om. Net zoals u, zag ook ik mensen met afgrijzen naar de uitstaande vlammen kijken, sommige zelfs huilend dat hun Urbanus dit kon overkomen. Mensen in uw en in mijn directe omgeving, van jong tot oud, waren er oprecht door geschokt en van slag. De Urbanus is voor velen een kerk met een voor hun persoonlijke geschiedenis. Het is de parochie waarin ze samenkomen met familie, vrienden en bekenden. Ze zijn er gedoopt, getrouwd of hebben er afscheid genomen van hun naasten. Maar de Urbanus betekent voor Amstelveen zo veel meer dan alleen een kerk. Toen mij gevraagd werd naar een ’typische Amstelveense locatie’ voor een fotoshoot, was er maar één plek waaraan ik kon denken. Ik zou geen ‘Amstelveensere’ plek dan de Urbanus kunnen bedenken.

Zoals de Utrechtenaar zijn Dom heeft en de Jordanees zijn Westertoren, zo heeft de Amstelvener zijn Urbanus. Ook als je er geen kerkelijke band mee hebt. De Urbanus is een vertrouwd houvast voor iedereen die maar een klein beetje een emotionele band heeft met Amstelveen. Hoe vaak en hoe ver we de wereld ook rondreizen, een blik op de Urbanus zegt ons dat we weer thuis zijn. De verschillende seizoenen doen de kleuren van het bos en de Poel veranderen, het doet de Urbanus alleen maar anders belichten, het ene seizoen nog mooier dan het andere seizoen. De contouren van ons dorp, of onze stad zoals u wilt, zijn constant in beweging, maar de Urbanus geeft geen enkele krimp. Ze zal er altijd zijn. Het idee dat onze Urbanus misschien wel breekbaar is en niet voor eeuwig ons houvast in Amstelveen zou zijn, was waarschijnlijk dan ook de grootste schok die we zaterdagavond te verwerken kregen.

Iedereen die van mening is dat Amstelveen in een identiteitscrisis verkeert, moet nu even opletten. Ja, Amstelveners zijn heel divers en gaan allemaal de eigen gang zoals het hun uitkomt. De samenhang is dan ook vaak ver te zoeken. Maar als we getroffen worden door leed, dan staan we zij aan zij. Zij aan zij om te treuren, zij aan zij om te huilen en zij aan zij om te verwerken. Maar ook zij aan zij om elkaar hoop te geven, moed in te spreken en zij aan zijn om samen weer opnieuw te beginnen. Want ook al wordt het de tweede keer in korte tijd, reken maar dat we opnieuw beginnen met de op- en herbouw van onze Urbanus.

Amstelveen en haar bewoners is namelijk een gemeente vol uitstekende en succesvolle initiatieven. Initiatieven waarvan we met z’n allen vinden dat ze genomen en gerealiseerd moeten worden. En goede initiatieven in Amstelveen, komen over het algemeen verder dan de koffie- of tekentafel. Ze worden gerealiseerd, ze worden simpelweg waargemaakt.
Waargemaakt door iedereen die er maar in enige mate bij betrokken is. En ik heb de eerste initiatieven al voorbij zien komen, dus dat zal ook bij de Urbanus het geval zijn. Dat kan niet anders. Initiatieven door parochianen, door bewoners, door gemeente, door bedrijfsleven en door iedereen die er maar in enige mate bij betrokken is. Of door mensen die er nog niet bij betrokken zijn. Want hoeveel goede initiatieven er in Amstelveen ook zijn, ik hoop toch wel dat we er met z’n allen over eens zijn dat de restauratie van de Urbanus een absolute prioriteit is. De Urbanus is het hart en ziel van ons mooie dorp, dus laten we er alles aan doen om dit stukje Amstelveense identiteit weer zo snel mogelijk te kunnen koesteren.

Als de tranen gedroogd zijn en het eerste verdriet verwerkt is, kunnen we aan de slag. Ieder op zijn of haar eigen manier en naar zijn of haar eigen mogelijkheden. In het verleden hebben we samen al zoveel gerealiseerd in ons mooie dorp, dat dat ook nu weer zou moeten lukken. En dat simpelweg door samen de handen uit de mouwen te steken, samen de schouders eronder te zetten en samen aan de slag te gaan. ‘Niet lullen maar poetsen’ zoals mijn oude vader zou zeggen. Want de Urbanus, dat zijn wij. En wij zijn Amstelveen.

[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Jeroen Franken
[/efspanel-header]
[efspanel-content]

Jeroen Franken (1969) noemt zichzelf een Beroeps-Amstelvener van de 4e generatie. Als zoon van een duivenmelker zag ie ze vliegen in de Oude Karselaan, vloog ie zelf uit naar het Uilenstede, Keizer Karelpark en Middenhoven, maar is alweer jaren geleden in de Westwijk geland, samen met Natasha en hun zoon Bobby.

Als ondernemer en ‘online druktemaker’ doet hij iets met Social Media, mag hij zich Officieel LinkedIn Ambassadeur noemen en is hij ‘bestuurslid op sneakers’ bij de Ondernemersvereniging Amstelveen. Bij voorkeur spreekt, traint en schrijft hij over social media, LinkedIn en ondernemen, maar voor RTVAmstelveen schrijft hij graag over ‘zijn’ Amstelveen.

(follow via @BlueFishConsult & info via DeLinkedinExpert.nl)
[/efspanel-content]
[/efspanel]