Minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen werkt aan een regel om bij de verdeling van vliegrechten op Schiphol luchtvaartmaatschappijen te bevoordelen die meer wereldwijde bestemmingen hebben.
Dit blijkt uit een concept van de luchtvaartnota 2020-2050 dat in handen is van de Volkskrant. Deze nota moet de richting van het Nederlandse luchtvaartbeleid voor de komende dertig jaar wijzen. In deze periode mag Schiphol maar beperkt groeien om bewoners te ontlasten en de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Na 2020 mag de luchthaven groeien naar 540 duizend starts en landingen per jaar, veertigduizend meer dan nu.
Om de Nederlandse economie ten goede te komen is het de bedoeling dat met die extra vluchten het wereldwijde netwerk van Schiphol wordt uitgebreid. De groei mag dus niet gaan naar extra vluchten naar zonbestemmingen. Van Nieuwenhuizen (VVD) wil onder meer kijken naar de mate waarin jaarrond naar een bestemming wordt gevlogen, want buiten het zomerseizoen gaan er minder vluchten naar zonbestemmingen. De minister geeft aan dat ze niet genoeg middelen heeft om aanbieders van vakantievluchten volledig buiten de deur te houden omdat Europese regelgeving in de weg zit. Daarom zal er bij Brussel worden aangedrongen om meer bevoegdheden.
Corendon-topman Steven van der Heijden zegt in een reactie tegen de Volkskrant dat de lokale regel zeer in het nadeel zal uitpakken van vakantie-maatschappijen. Het is volgens de topman dan ook maar de vraag of dit mag, “Het grijpt nogal in de vrije marktâ€.
Het kabinet wil de groei van de Nederlandse luchtvaart voor de komende dertig jaar vastleggen, toekomstige regeringen mogen daar niet overheen. Tenzij “onze internationale bereikbaarheid in het geding komt”, dan verandert namelijk de afweging tussen milieu en economie, aldus de minister.