Column: Overdrijven

De man van in de zeventig kijkt me verbaasd aan wanneer ik opzij spring. Op plusminus vijftig centimeter afstand mompelt hij dat ik niet moet overdrijven en passeert me op z’n dooie gemakkie.

Het is de zaterdag voor Pasen in een Amstelveense Albert Heijn en het is druk. Alleen de lichtgevende hesjes van de vakkenvullers lijken aan te geven dat we middenin een coronacrisis zitten.

Natuurlijk is er een groot aantal mensen dat lief glimlacht en verontschuldigt bij een rakelingse passeeractie in een toch wel smal gangpad. Maar velen lijken ondertussen schijt te hebben aan alle regels die zijn opgesteld om ervoor te zorgen dat we deze pandemie niet groter maken dan hij al is.

’s Ochtends hadden mijn vrouw en ik besloten dat het deze keer gepast was om ons traditionele gezamenlijke paasboodschappenuitje te schrappen. Want hoeveel jolijt mijn vrouw en ik ook hebben tijdens ons supermarktrondje, minister Grapperhaus vindt het verstandiger om de boodschappen een individuele activiteit te laten zijn. En daar heeft hij gelijk in.

Niet iedereen lijkt echter onder de indruk van de woorden van de minister. Ik zag zonder schroom een gezin met twee puberzoons de supermarkt binnenstuiven met vier boodschappenkarretjes. Ze vonden het zichtbaar leuk. Kijk ons eens handig zijn!

Als ik de supermarkt verlaat, scheldt een vrouw van middelbare leeftijd twee medewerkers van Albert Heijn uit. Want het is haar niet helemaal duidelijk welke karretjes schoon zijn en welke niet.

Nadat ik thuis de boodschappen heb ingeruimd, plaats ik een berichtje op de RTVA-website over studenten in Uilenstede die zich niet aan de anderhalve meter regel houden. 390 euro boete. Ondanks het feit dat ze in hun wooneenheden van dezelfde keuken en douche gebruikmaken. Dat geeft vanzelfsprekend geen vrijbrief, maar is wat mij betreft wel een (klein) excuus.

Een excuus dat tientallen mensen afgelopen zaterdag in de Albert Heijn absoluut niet hadden. Daar vierde ongegeneerd Amstelveens horkerig gedrag hoogtij. En dan overdrijf ik niet.

Ernst Jan Wilhelmis