Op vrijdag 21 januari ging op het Technasium van het Keizer Karel College een nieuw project van start. Leerlingen van de derde klas gaan een levensloopbestendige woning ontwerpen voor Yep’s, Young eldery people. Dit omdat het aantal ouderen toeneemt, terwijl het aantal professionele en informele zorgverleners naar verwachting afneemt. Tel daarbij op dat ouderen steeds langer zelfstandig thuis moeten blijven wonen. Mede hierom vonden ze het verstandig om na te denken over passende woningen – een woning die makkelijk aangepast kan worden aan de kleine beperkingen van de ouderdom, in een omgeving die veilig en comfortabel is. De leerlingen gaan zich in het kader van het vak O&O – Onderzoek en Ontwerp – acht weken verdiepen in hoe deze woningen en de leefomgeving eruit zou moeten zien en welke oplossingen er zijn.
Zorgen
Dit soort actuele, levensechte bètatechnische projecten van het Technasium worden altijd gedaan in opdracht van een opdrachtgever. GroenLinks Amstelveen is bij dit project één van de opdrachtgevers. De partij maakt zich zorgen over het tekort aan geschikte woningen voor ouderen in Amstelveen en wil dat er meer wordt gebouwd. Het project van de leerlingen van het KKC kan bijdragen aan de kennis over dit onderwerp en aan mogelijke oplossingen.
Raadslid Stieneke Kruijer van GroenLinks: “Ik ben zelf docent O&O op het KKC geweest en weet uit ervaring dat leerlingen tot verrassende oplossingen kunnen komen. Ze worden nog niet belemmerd door het voortdurend denken aan regels en onmogelijkheden die in de weg staan. Ik vind het dan ook een hele eer om aan dit project mee te mogen werken.”
Voor dit project is Martin van Os als vertegenwoordiger van WijTechniek opdrachtgever. Hij begeleidt de leerlingen op het gebied van slimme woontechnieken. Kruijer: “Aan het eind van het traject geven de leerlingen een presentatie en laten zien welke kennis ze over het onderwerp hebben opgedaan. Tevens tonen ze hoe de levensbestendige woning voor ouderen eruit zou moeten zien in de ideale omgeving. De GroenLinksfractie zal die kennis zeker delen met de andere raadsleden en met de wethouder.”