Cel geëist tegen Mischa van G. die overval in scene zette bij Amstelveens bedrijf

Het Openbaar Ministerie heeft bij de rechtbank in Amsterdam twee jaar cel geëist, waarvan een halfjaar voorwaardelijk, tegen voormalig diamantair Mischa van G. (55). Hij zette in november 2016 een overval op zijn bedrijf in Amstelveen in scene. Van G. streek miljoenen van de verzekering op.

Tegen een van de zogenaamde ‘overvallers’, Danny S. (30), eiste het OM anderhalf jaar cel, waarvan een halfjaar voorwaardelijk. Twee andere ‘overvallers’ zijn spoorloos gebleven, net als een man die als een soort aanjager zou hebben opgetreden in het oplichtingsproject.

De oplichter van G. zou tot dit bijzondere plannetje zijn gekomen door financiële problemen, waarover hij met niemand kon praten. “Ik was in paniek”, zei hij tegen de rechtbank. Hij voerde voorgesprekken met de zogenaamde ‘overvallers’ in de aanloop naar dit plan. Op 9 november 2016 mochten de ‘overvallers’ onder zijn toeziend oog in zijn bedrijfskluis hun tassen vullen met juwelen en sieraden. Van G. liet zich vastbinden en opsluiten in die kluis, om zich daar later uit te laten bevrijden na een telefoontje naar zijn dochter. Vervolgens deed hij aangifte en diende hij bij zijn verzekeraar een miljoenenclaim in. Die keerde 3,5 miljoen euro als voorschot uit.

Van G. hield zijn familie, de politie en de medewerkers van zijn bedrijf maandenlang voor de gek. Bij de onderbouwing van haar strafeis wees de officier van justitie erop dat de politie grootscheeps onderzoek heeft gedaan naar de schokkend ogende overval en kosten noch moeite heeft gespaard om de zaak tot een oplossing te brengen. Die diende zich pas aan toen Van G. door de mand viel en duidelijk werd dat het hele verhaal één groot toneelspel was geweest. Van G. bekende, evenals S., zij het dat hij pas na verloop van tijd wilde verklaren. Het duo heeft elkaar wel tegengesproken in diverse verklaringen, bijvoorbeeld over de hoogte van de buit.

Spijt
Van G. betuigde in de rechtbank spijt. “Ik kon het niet meer aan”, zei hij geëmotioneerd. “Ik was niet zo, ik ben niet zo. Ik heb iets verschrikkelijks gedaan.”

Dat de zaak pas na bijna zes jaar voor de rechter komt, heeft volgens het OM verschillende oorzaken. Zo heeft het politieonderzoek betrekkelijk lang geduurd, heeft de verdediging extra onderzoek gevraagd en maakte de coronacrisis een soepele afhandeling vervolgens nóg ingewikkelder. De rechtbank doet uitspraak op 10 maart.