Bewoners van Keizer Karelpark willen een wijkcentrum: “Er is meer verbinding nodig”

Het is een van de grootste, meest diverse wijken van Amstelveen, maar een volwaardig wijkcentrum is er niet. Bewoners van Keizer Karelpark snakken naar een plek waar ze terechtkunnen voor sociaal contact met wijkgenoten.

Nu kunnen de wijkbewoners terecht bij het ‘Maatschappelijk Ontmoetingscentrum’ (MOC), maar écht gezellig is het daar niet. Er zijn wel activiteiten zoals kickbokslessen of schildercursussen, maar het centrum is alleen doordeweeks open en sluit dan om 17.00 uur. Op vrijdag gaan de deuren meestal al om 12.00 uur dicht. Een gezellige borrel zit er dus niet in.

Als verslaggever Celine Sulsters op een willekeurige dinsdag het MOC-gebouw binnenstapt, wordt het volgende probleem snel duidelijk. Omdat in het halletje geen receptie zit, heb je geen idee waar je naartoe moet. Na wat rondvragen blijkt dat de koffiekamer linksaf is.

“Ik kan daar niet naar binnen, dus zit vaak alleen op de gang.” Een mevrouw in een scootmobiel wil duidelijk haar verhaal kwijt. In haar mandje voorop zit een klein hondje. “Ik moet altijd maar afwachten of er dan iemand bij me komt zitten.” De vrouw blijkt Sanny van den Berg te heten. Ze is iedere ochtend in het gebouw te vinden. “Ik voel me eenzaam en probeer contact te leggen.”

“Er worden hier vooral activiteiten voor ouderen georganiseerd, maar ik wil juist mensen van mijn eigen leeftijd ontmoeten”
wijkbewoonster Fabira Kalantary
Even verderop zit de Iraanse Fabira Kalantary (56) alleen koffie te drinken. Ze woont nu veertien jaar in Nederland. Na zes jaar in verschillende azc’s te hebben gewoond, kwam ze in de wijk Keizer Karelpark terecht. Fabira volgt Nederlandse les in het MOC-gebouw, maar is eigenlijk meer op zoek naar contact met mensen die in de buurt wonen. 

“Ik ben gescheiden en mijn kinderen zijn uit huis”, vertelt ze. “Daardoor zit ik best veel alleen thuis.” Fabira heeft last van een depressie en denkt dat het goed voor haar zou zijn om nieuwe mensen te ontmoeten, maar de mogelijkheden zijn op dit moment beperkt. “Er worden hier vooral activiteiten voor ouderen georganiseerd, maar ik wil juist mensen van mijn eigen leeftijd ontmoeten.”

Wijkcentra of buurthuizen zijn er in talloze soorten en maten. Het zijn plekken waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten, een kopje koffie drinken, vergaderen of deelnemen aan een creatieve, sportieve of educatieve activiteit of cursus.

Ook buurtverslaggever van AAN! Amstelveen Hans Zwaan merkt onder bewoners van Keizer Karelpark de behoefte aan een volwaardige ontmoetingsplek. Zwaan portretteerde voor de serie ‘de wijkbewoner’ meerdere mede-wijkbewoners. Hij sprak bijvoorbeeld met buurtbewoner Mahamad (59), die oorspronkelijk uit Syrië komt. “Een buurthuis is een goede plek voor mensen om met elkaar te communiceren. Het is goed voor de integratie van de verschillende culturen”, vertelt hij.

Huub Philippens (76), die vorige week nog voor Hans’ camera stond, staat te juichen bij het idee van een buurthuis in Keizer Karelpark. Daarbij denkt hij niet alleen aan zichzelf. “Het is ontzettend belangrijk als ontmoetingsplaats. In het buurthuis zou ook een eigen plek voor jongeren moeten komen.” Die groep zie je in het MOC-gebouw eigenlijk niet.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Huub Phillipens, bewoner Keizer Karelpark

Sanny mist vooral de sfeer van een écht buurthuis. “Toen ik nog in Amsterdam woonde, ben ik vrijwilliger geweest in verschillende buurthuizen. Daar hing veel meer een cafésfeer en kon je altijd zo aanschuiven. Ook als je in een rolstoel of scootmobiel zat”, vertelt ze. In wijkcentra De Bolder in Waardhuizen of Alleman in Bankras vindt ze die gezelligheid wel, maar die wijkcentra liggen niet om de hoek.

“Je kan niet even lekker een pilsje drinken met wat bitterballen erbij’Wijkbewoner Theo van Zelm

Wijkbewoner Theo van Zelm is het roerend met Sanny eens. Hij loopt al heel wat jaartjes mee als rasvrijwilliger van de buurt. “Het staat uren leeg. Je kan niet even lekker een pilsje drinken met wat bitterballen erbij”, is zijn ervaring met het MOC-gebouw.

Toen Theo dertig jaar geleden in het wijkbestuur zat, was een wijkcentrum zijn grote droom, maar dat was naar eigen zeggen ’trekken aan een dood paard’. Theo kreeg het maar niet voor elkaar om samen met de gemeente een volwaardig wijkcentrum neer te zetten en gooide uiteindelijk de handdoek in de ring.

Heel jammer, vindt hij, want de wijk heeft het hard nodig. “Er is meer verbinding nodig.” Wijkcoach Caron Honold van welzijnsorganisatie Participe erkent dat. “De wijk kent een grote diversiteit. Er wonen veel verschillende nationaliteiten en er zijn arme, maar ook hele rijke delen”, legt ze uit.

‘Dure grap’

Participe heeft inmiddels een kantoor in het MOC-gebouw, waardoor de organisatie dichter op de wijkbewoners zit. Manager Elena Nabatova geeft toe dat het ontmoetingscentrum niet heel uitnodigend is. “Het is voldoende, maar het gebouw is oud en de openingstijden niet ruim. 50- en 60-plussers zien we daardoor eigenlijk niet.”

Tekst gaat verder onder afbeelding

Senioren vermaken zich in het MOC-gebouw

Dat er geen echt buurthuis in de wijk is, heeft volgens haar vooral een financiële reden. “Dit zijn gewoon dure grappen. Ik ben al heel blij dat onze gemeente andere wijkcentra tijdens corona niet heeft laten sluiten. Daar verdienen ze een enorme pluim voor.”

Niet op de planning

Lia van Egmond van Wijkplatform Keizer Karelpark denkt dat er ook te weinig vrijwilligers zijn om zo’n wijkcentrum draaiende te houden. De meest actieve vrijwilligers zijn op dit moment aangesloten bij het Wijkplatform, dat een ruimte met een aantal kunstenaars deelt of de Buurtkamer, die in het MOC-gebouw is gevestigd. Het lukt deze partijen niet goed om met elkaar samen te werken. “Ieder wil het op zijn eigen manier doen”, ziet ze. Ook Lia vindt het jammer dat de sociale cohesie in de wijk ontbreekt.

De gemeente laat dan ook weten dat een wijkcentrum in Keizer Karelpark voorlopig niet op de planning staat. Ze vindt dat wijkbewoners genoeg ontmoetingsplekken hebben. “Keizer Karelpark kent drie (kleinere) locaties waar mensen elkaar kunnen ontmoeten: Het MOC, het ontmoetingspunt voor ouderen aan de Kastanjelaan en Ateliers 2005, waar een sociale functie aan is toegevoegd”, laat een woordvoerder weten.

“Als je daarin investeert, krijg je een goed functionerende wijk terug”Hoogleraar sociologie Beate Völker

Hoogleraar sociologie Beate Völker hoopt dat de gemeente zich toch nog eens achter de oren krabt. “De belangstelling voor een buurthuis is niet meer zo heel groot, dus als mensen het willen, is die behoefte zó belangrijk.” Volgens Völker moet een buurthuis vooral zichtbaar zijn. “Ruime openingstijden zijn belangrijk. Je moet er ook na het avondeten even heen kunnen.”

De hoogleraar begrijpt dat het uit de grond stampen van een gloednieuw buurthuis hoge kosten met zich meebrengt. “Maar als je daarin investeert, krijg je een goed functionerende wijk terug”, besluit ze.