Column: Oud Zeer

Er werd gesproeid. Zoals tijdens elke hockeywedstrijd werd ook het hoofdveld van Myra in de rust natgehouden. Het was warm, de spelers zochten de verkoeling van de kleedkamer op en ik stond langs de lijn te kijken naar het gordijn van water dat uit één van de sproeiers aan de overkant van het veld spoot.

‘Mooie pot,’ zei de man naast mij, plotseling. “Ja, spannend. Myra wel beter,” antwoordde ik. Ik had de man wel al zien staan, een wat oudere heer, type ex-hockeyer, biertje in de ene, sigaartje in zijn andere hand. Volvo-rijder, kon niet missen. ‘Zou mooi zijn voor de club als we zouden promoveren. Overgangsklasse staat toch leuk op je cv,’ zei hij met een glimlach. “Ja zou mooi zijn,” herhaalde ik zijn woorden. ‘Maar we zijn eigenlijk te klein,’ zei hij nu. “Te klein? U bedoelt..?”  ‘Ja natuurlijk zijn wij te klein. Als je kijkt naar de clubs in de Overgangsklasse of in de Hoofdklasse, dan zijn wij hier in Amstelveen-Zuid eigenlijk te klein van omvang willen wij ons op dat niveau kunnen handhaven.’

Omdat mijn hart bij buurman MHC Amstelveen ligt, twijfelde ik of ik erover wilde beginnen, zeker tegen een man van de oudere garde, waarbij ik weet dat het woord ‘fusie’ nogal gevoelig ligt. Ikzelf pleit al jaren voor een fusie tussen beide clubs, puur en alleen al om het feit dat wij dan eindelijk eens zouden kunnen opboksen tegen de Grote Clubs uit Het Bos. Een gezonde, grote club met veel leden straalt uit op nieuwe leden en geeft een boost aan de sport in Amstelveen-Zuid in het algemeen. Maar dat is slechts mijn mening.

“We zouden moet fuseren,” gooide ik er nu uit. De man keek geschrokken opzij, en staarde mij met grote ogen aan. Een stuk as viel van zijn sigaar.
“U bent van de buren?”
‘Ja klopt ik heb gehockeyd bij…’
“Goedemiddag!!!”

De man draaide zich om, snoof nog wat extra zuurstof op, en baande zich toen een weg richting het clubhuis van Myra. Hij verdween tussen het publiek. De sproeier vlak naast mij schoot nu aan. Het zonlicht, in combinatie met het water, veroorzaakte een kleine regenboog, dwars over het hockeyveld.

Ik las laatst dat de Emergohal zijn langste tijd heeft gehad, en dat de ruimte die daardoor vrijkomt beschikbaar is voor herontwikkeling. In gedachten zag ik de man daar nu langs het veld staan, kijkend naar een wedstrijd van de fusieclub. Een nieuw clubhuis, prachtige velden en een mooi zwart/rood horizontaal gestreept shirt met de 4 Amstelveense Andreaskruizen op de borst. Hij moedigde zijn kleinzoon aan, en zag hem de winnende scoren in de promotiewedstrijd naar de Hoofdklasse.

Oud zeer was toen plotseling iets van vroeger.

[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Hugo Baudert
[/efspanel-header]
[efspanel-content]

Hugo Baudert, uit het mooie wijnjaar 1970, is een echte Amstelvener. Geboren op de van Heuvengoedhartlaan, opgegroeid in Waardhuizen en rondgezworven door het Oude Dorp en Westwijk, even uitgevlogen richting Amsterdam, is hij nu geland in de Bankrasbuurt.

Het grootste deel van zijn leven werkzaam ‘in de reclame’, heeft hij wat lopen klooien met hout, tapte hij biertjes maar is hij nu als zelfstandig copywriter aan het werk. Dat doet hij met  www.verhaalmeteenbaard.nl. Onbescheiden zegt hij: “Ik ben gewoon dé creatieve geest die elk bedrijf nodig heeft.” Jij zegt het Hugo!

[/efspanel-content]
[/efspanel]

Foto kunstgrassproeier: © Copyright Duncan Gray