De ChristenUnie wil bij de komende gemeenteraadsvergadering van 14 februari een motie van treurnis indienen. De partij doet dit omdat zij vindt dat een motie over de reserve ‘Sparen Vooraf’ -die de gemeenteraad in de vergadering van 19 juli 2017 heeft aangenomen- niet heeft uitgevoerd. In de motie werd gevraagd aan het college met een gedachtenvormende notitie te komen met een duidelijk kader voor de bestemming van dat fonds.
“Het college is echter slechts met een notitie gekomen met wat filosofische uitgangspunten. Dat was niet de bedoeling van de motie,†stelt CU-fractievoorzitter Bert de Pijper. “De motie vraagt om een duidelijke visie van het college hoe de reserve ‘Sparen Vooraf’ kan worden gevormd en het geld uit de reserve kan worden besteed. Ook neemt de ChristenUnie het, het college kwalijk dat er geen raadsvoorstel bij de notitie is gevoegd, zodat de notitie niet in de gemeenteraad kan worden behandeld en er door de leden van gemeenteraad er ook niet over kan worden gestemd. Dat is voor de ChristenUnie onverteerbaar.â€
De Pijper vervolgt: “De ChristenUnie is van mening dat het college de wens van de gemeenteraad naast zich heeft neergelegd. Dat is een kwalijke zaak omdat de gemeenteraad het hoogste orgaan is in de gemeente. Als het college niet in staat is om de door de gemeenteraad aangenomen motie uit te voeren, had het college dat direct aan de gemeenteraad kenbaar moeten maken. Het college heeft dat niet gedaan en nu, meer dan een half jaar later, wordt in de commissie Algemeen Bestuur en Middelen (ABM) een notitie behandeld met veel filosofisch taalgebruik, zonder een concrete visie van het college op de reserve ‘Sparen Vooraf’. Ook vinden we het verkeerd dat een notitie over een zo belangrijk onderwerp als deze reserve die, wat de ChristenUnie betreft, bestemd is om Amstelveen in de toekomst leefbaar te houden, niet door de gemeenteraad zelf wordt behandeld. Om die reden komt er de motie van treurnis.â€
Wikipedia over ‘Motie van treurnis‘: Een motie van treurnis is een motie waarin wordt uitgesproken dat het orgaan dat de motie aanneemt een bepaalde gang van zaken of een bepaalde opstelling door degene, tegen wie de motie is gericht, betreurt. Deze motie heeft, net als alle andere moties (met uitzondering van de motie van wantrouwen), geen bindende kracht. De bewindspersoon tegen wie de motie zich richt hoeft dus geen gevolgen te verbinden aan een tegen hem aangenomen motie van treurnis.