Column: Clubhuis

“Ga maar bij Ome Joop vragen, misschien heeft die wel een baantje voor je”. Ik moet een jaar of veertien of vijftien zijn geweest, mijn beperkte zakgeld zorgde voor een constante financiële crisis en mijn oude vader kwam met deze prima suggestie. Ik langs bij Ome Joop, vertelde dat ik een bijbaantje zocht, en met een glimlach van oor tot oor, zei hij dat ik achter de bar kon beginnen.

Ome Joop was Ome Joop van der Monde, eigenaar van Abina, een aimabele man met een groot hart en op dat moment ook een grote glimlach van oor tot oor. Want dat van achter die bar beginnen, was een typisch Ome Joop-geintje. De bar werd het dus niet, de keuken werd het dus wel. Avond aan avond stond ik in de keuken af te wassen en later mocht ik ook kok Hans gaan helpen. Kok Hans was een man die iedereen een bijnaam gaf en bij mij werd dat Mitch. “Mitch, waar blijven de voorgerechten voor tafel vier? Ik heb hun hoofdgerechten bijna klaar! Mitch, nooit ijs serveren op borden die net uit de vaatwasser komen. Warme borden en ijs gaan niet samen, pannenkoek dat je er bent!” Mooie tijd.

Toen ik een paar decennia later in Tokyo aan het werk was en de Japanse collega’s mijn naam niet konden uitspreken, vroegen ze of ik misschien een Engelse bijnaam had. Die had ik inderdaad en er verscheen een grote glimlach op mijn gezicht. En elke keer als een collega mij aansprak met Mitch-san, moest ik terugdenken aan die afwasser in Abina. Ze moesten eens weten.

Na enkele jaren nam ik afscheid van de keuken, het afwasschort en de voorgerechten van Abina. Mijn tijd bij Abina zat erop. Althans, mijn tijd van werken in Abina zat erop, mijn tijd na het werk in Abina begon juist net. En dan inderdaad niet achter de bar, maar aan de bar. Of naast de bar. Of in ieder geval in de buurt van de bar. En nee, nooit op of onder de bar, zo’n tot-het-gaatje-type ben ik niet. Met de tijd werd Abina voor mijn vrienden en mij de vaste plek voor avondjes uit, voetbalwedstrijden op het grote scherm, lange Mystery Nights of gewoon de beste hangplek voor een borrel op de vrijdagmiddag. Of op de vrijdagavond. Of zaterdagavond. Of elke andere dag van de week. Met de tijd spraken we dan ook niet meer over Abina, maar over ‘Het Clubhuis’. Wel zo makkelijk.

Nu Koningsdag voor de deur staat en het clubhuis weer de grootste reünie van Amstelveen organiseert, denk ik nog wel eens terug aan mijn tijd in de keuken daar. Dat was trouwens in de tijd dat Koningsdag nog gewoon Koninginnedag was en Jeroen nog een Jeroentje. De vrijmarkt is ooit begonnen aan het Wilhelminaplein en liep dan tot aan Schipper Export aan de Amsterdamseweg. Oh sorry, dat zegt u nu waarschijnlijk helemaal niets, maar Schipper Export is nu die Franse bakker op de hoek van de Oude Karselaan. Dat was alles wat er aan vrijmarkt was in de beginjaren. Ome Joop zou nu zijn ogen uitkijken, dat is zeker. Als Jeroentje was ik ook al geen held, dus kopen op de vrijmarkt deed ik amper en verkopen vanaf een kleedje al helemaal niet. Je eigen spulletjes op een kleedje en dan allemaal vreemde mensen die er aan gingen zitten freubelen en vragen stellen, doodeng leek mij dat. Het kleine beetje held die ik wel was, stond de dag ná Koninginnedag met zijn kleedje met spullen op de Amsterdamseweg. Als enige weliswaar. Blijkbaar was ik toen al op zoek naar een niche in de markt.

Tot een paar jaar geleden, startte ons gezin de Koningsdag altijd in de eigen Westwijk. Met een handvol zakgeld struinde onze zoon dan de vrijmarkt af, op zoek naar speelgoed en stripboeken van Donald Duck. Inmiddels hebben goede vrienden er een traditie van gemaakt, om bij hun op de stoep aan de Amsterdamseweg aan de vrijmarkt mee te doen. En daar hebben wij ons de afgelopen jaren enthousiast bij aangesloten. Niet alleen voor de gezelligheid van onze vrienden en van de vrijmarkt, maar ook om onze zonen een stukje meer held te laten zijn dan hun vaders ooit waren. Het kopen op de vrijmarkt ging ze al makkelijker af dan ons, maar ook in het verkopen zijn de nieuwe helden een stuk meer bedreven dan hun vaders ooit waren. En als onze nieuwe helden dan uiteindelijk alle spulletjes verkocht hebben, ruimen we op en maken we ons klaar om af te zakken naar die ene plek waar wij nu eenmaal móeten zijn op Koningsdag.

Want een Koningsdag zonder bezoek aan het clubhuis is geen optie. Als die-hard Amstelvener én absolute gezelligheids-junkie, maakt de grootste reünie van Amstelveen zijn reputatie voor mij elke Koningsdag meer dan waar. Duizenden mensen op zoek naar gezelligheid, een leuke dag en bekende gezichten, vinden waarvoor ze kwamen. Prima entertainment, voldoende eten, meer dan voldoende drinken en heel veel bekende gezichten van nu en van lang geleden. Bekende gezichten om mee te proosten en om mee bij te kletsen. En onbekende gezichten om alvast te leren kennen, voor als we elkaar volgend jaar weer tegenkomen. Op de grootste reünie van Amstelveen tref ik de bekenden van vroeger, de bekenden van nu en hopelijk ook de bekenden van de toekomst.

En omdat onze zonen tegenwoordig mee willen naar het clubhuis, zie ik hoe ze nieuwe vrienden maken en de tijd van hun leven hebben. En zonder dat ze het beseffen, leggen deze nieuwe helden nu de basis om over veertig jaar ook zin te hebben in de grootste reünie van Amstelveen. Noem me een sentimentele oude zak, maar ik geniet daar intens van. En als ik op zo’n dag om mij heen kijk, ben ik daar niet de enige in.

Onlangs werd mij bij de talkshow BV Amstelveen gevraagd of Amstelveen een stad of een dorp is. Lang verhaal kort, maar ik vond en vind dat Amstelveen een dorp is. Maar nu de grootste reünie van Amstelveen er weer aankomt, moet ik mijn mening misschien een beetje aanpassen. Niet dat het een stad is, maar misschien is Amstelveen wel een club. Een hele leuke club van gezellige mensen, die één keer in het jaar bij elkaar komt in hun gezamenlijke clubhuis. Een o zo gezellig clubhuis voor oude en voor nieuwe helden.

[efspanel style=”callout” type=””]
[efspanel-header]
Jeroen Franken
[/efspanel-header]
[efspanel-content]

foto1

Jeroen Franken (1969) noemt zichzelf een ‘die-hard Amstelvener van de 4e generatie’. Hij groeide op in de Oude Karselaan, doorliep het Amstelhoven en het KKC, is actief bij lokaal maatschappelijke initiatieven en woont samen met Natasha en hun zoon Bobby in de Westwijk.

Met zijn bedrijf Blue Fish helpt hij bedrijven en organisaties bij de inzet van Social Media en is hij actief lid van de Ondernemersvereniging Amstelveen. Bij voorkeur spreekt, traint, schrijft en blogt hij over social media, LinkedIn en ondernemen, maar voor RTVA schrijft hij ook graag over ‘zijn’ Amstelveen.

(follow via @BlueFishConsult & info via DeLinkedinExpert.nl)
[/efspanel-content]
[/efspanel]